
Nederlandse en Vlaamse overheden, natuurorganisaties en de agrarische sector werken in Grenscorridor samen aan herstel van natuur, voldoende en schoon water, een gezonde bodem, stikstofvermindering en een aantrekkelijk landschap. Daarbij vinden we het belangrijk dat agrarisch ondernemers een vorm van ondernemen kunnen kiezen die bij hen past. Ook zorgen we ervoor dat er ruimte blijft voor economische groei, woningbouw, duurzame mobiliteit en de energietransitie. Al deze uitdagingen hebben met elkaar te maken en pakken we daarom niet één voor één op. Hoe doen we dat dan wel?
De bestuurders die betrokken zijn bij gebiedsgerichte aanpak Grenscorridor vinden acht punten belangrijk. Die hebben ze daarom uitgebreid uitgelegd in een intentieverklaring. De betrokken gemeenten stellen deze verklaring vast om geld en medewerkers vrij te kunnen maken voor het gebiedsproces: de stappen die we met elkaar gaan zetten. De andere gebiedspartners verbinden zich – elk vanuit hun eigen belang – aan het aangaan van de uitdagingen van Grenscorridor door actief deel te nemen aan zowel de bestuurlijke als de ambtelijke tafel.
Iedereen met een belang mag meepraten en -doen. We proberen zoveel mogelijk recht te doen aan deze belangen bij het zoeken naar en kiezen van oplossingen. Daarvoor is het nodig om de uitdagingen inhoudelijk te begrijpen. En elkaar echt te leren kennen en te willen helpen. We leggen samen de verzamelde feiten vast. Lastige keuzes gaan we niet uit de weg. We voelen ons samen verantwoordelijk voor het vinden van oplossingen. We hebben vertrouwen in elkaar en in deze vorm van samenwerken.
De uitdagingen in het Nederlandse deel van het werkgebied van Grenscorridor raken ook die van Vlaamse autoriteiten. En omgekeerd. We gaan daarom voor grensoverschrijdende betrokkenheid en maatregelen die bijdragen aan het overwinnen van onze uitdagingen.
Een gezond water- en bodemsysteem is in het belang van àlle gebiedspartners. Daarmee bedoelen we een systeem dat is opgewassen tegen het veranderende klimaat en bestand is tegen extreem droge én extreem natte perioden. Zodat er genoeg water is van goede kwaliteit voor natuur en landbouw.
We verleggen de aandacht naar het zoveel mogelijk vasthouden van water. En we controleren de grondwaterstand.
De indeling in beekdalen, flanken en hoge koppen uit het Handelingsperspectief watertransitie van waterschap De Dommel wordt leidend bij de inrichting van het gebied.
Er blijft ruimte voor keuzes; met betrokkenen in de deelgebieden geven we de uitwerking vorm. Daar waar verschil van mening bestaat, doen we gezamenlijk feitenonderzoek.
Er is weinig beschikbare grond. Toch beconcurreren we elkaar niet op de grondmarkt. We werken aan een op elkaar afgestemde inzet van vrijkomende grond. Zodat we onze uitdagingen samen aan kunnen gaan. We gebruiken vrijkomende grond, als het kan, voor meer dan één uitdaging. En we bouwen een grondportefeuille op, onder andere voor kavelruil. Gebiedspartners met grond in bezit zijn onder voorwaarden bereid om hun grond in te zetten voor de uitdagingen van Grenscorridor.
Bij een gebiedsgerichte aanpak hoort ruimte om te experimenteren. In deelgebieden willen we innovaties toe kunnen passen die we volgen om te onderzoeken of de resultaten bijdragen aan het realiseren van onze ambities. Dat wat we leren, delen we met andere deelgebieden. Innovaties kunnen nieuwe ideeën, processen, diensten of technieken zijn. Denk bijvoorbeeld aan het toepassen van het uitgangspunt ‘water en bodem zijn sturend’, slimme combinaties bij de inrichting van de ruimte en het helpen van individuele agrariërs.
Voor veel van de activiteiten die horen bij het aangaan van onze uitdagingen, is een vergunning nodig. Die geeft een overheid af op basis van wet- en regelgeving. Daarom leggen we onze ruimtelijke keuzes vast in beleid, wet- en regelgeving.
We hebben te maken met ingewikkelde uitdagingen, die met elkaar te maken hebben. Op het erf van agrarisch ondernemers komen al deze uitdagingen samen. Deze ondernemers zoeken naar oplossingen waar ze lange tijd wat aan hebben. We hebben daarom afgesproken dat projecten die zich maar op één uitdaging richten, bijvoorbeeld op herstel van natuur of op schoon water, alleen doorgaan als ze al bijna klaar zijn. Is dat niet het geval dan stemmen we aanpak, grootte en snelheid af op het gebiedsproces (zie plaatje hieronder). Zo proberen we tot integrale projecten te komen: projecten waarin we meer uitdagingen tegelijk oppakken. Een integrale aanpak is voor alle gebiedspartners de toegevoegde waarde van een gebiedsgerichte aanpak.
Met dit schema brengen we ons proces in beeld. Onze werkwijze komt daaruit voort. We bewandelen vijf sporen. Die sporen hebben invloed op elkaar. Zo zijn (agrarisch) ondernemers zich aan het beraden op hun toekomst. Deze vragen houden hen bezig: ‘Wat kan en wil ik met mijn bedrijf rekening houdend met mijn omgeving?’ en ‘Welke kansen liggen er voor mij als ondernemer?’ ‘Spoor 2’ betekent dat we met ondernemers die dat willen in gesprek gaan. Daarna kunnen we relaties leggen met personen of organisaties die voor de ondernemer en de toekomst van zijn bedrijf nuttig zijn. In elke situatie leggen we ook verbinding met de sporen 1,3, 4 en 5. We wachten dus niet totdat (deel)gebiedsvisies, een grondstrategie en een instrumentenkoffer zijn uitgewerkt (spoor 3) en gebiedsvisies juridisch zijn vastgelegd in gemeentelijke omgevingsplannen (spoor 4). Maar daar werken we natuurlijk wél aan. Met de in spoor 2 opgedane kennis en ervaring maken we de gebiedsvisies beter. Met de in spoor 3 opgehaalde belangen houden we in spoor 2 rekening.
Toets
Bij projecten van gebiedspartners die al in ons werkgebied liepen óf tijdens de gebiedsgerichte aanpak starten, toetsen we of ze over meerdere uitdagingen tegelijk gaan (spoor 1). Samen bepalen we aan de hand van spelregels welke projecten zelfstandig door kunnen en welke onder de vlag van Grenscorridor verdergaan. Hoe meer uitdagingen tegelijk op worden gepakt, hoe beter.
Programma
Al deze sporen zien we als een programma. Het in goede banen leiden van dat programma vindt plaats in spoor 5, de olie van de machine. In dat spoor stuurt het programmabureau Grenscorridor op kwaliteit, tempo en de samenhang tussen zowel de uitdagingen als de teams. Zo zijn er een grond- en casustafel, een communicatiewerkgroep en gebiedsteams actief. Het programmabureau bewaakt ook de spelregels, waaronder het mensgericht werken. Gebiedspartners met grondposities nemen deel aan een grondtafel en proberen met grondaankopen gebiedsdoelen te bereiken. Lees meer over het programmabureau op de pagina Organisatie.